1. De verzoekende autoriteit kan een verzoek om bijstand indienen voor een of meer schuldvorderingen mits deze van dezelfde persoon invorderbaar zijn.
2. Een verzoek om inlichtingen, tot invordering of om conservatoire maatregelen kan betrekking hebben op de volgende personen:
a) de hoofdschuldenaar of een medeschuldenaar;
b) een andere persoon dan een (mede)schuldenaar, die krachtens de geldende wetgeving in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd, aansprakelijk is voor de belastingen, rechten en andere maatregelen, dan wel voor andere schuldvorderingen die voortvloeien uit deze belastingen, rechten en andere maatregelen;
c) een derde persoon, die vermogensbestanddelen onder zich heeft die toebehoren aan dan wel die schulden heeft bij een van de onder a) of b) bedoelde personen.